Zeker, ieder van ons heeft sinds zijn geboorte vrije liefde ervaren, dankzij de hulp van degenen die voor ons zorgden. Zo hebben ook wij leren liefhebben, meer met het leven dan met woorden.

Deze ervaring van liefde doet ons begrijpen dat echt liefhebben moed, inspanning en het risico van tegenslag en lijden met zich meebrengt. Als gevolg daarvan ervaren degenen die op deze manier liefhebben de vrijheid en vreugde van degenen die van zichzelf geven; ze voelen zich vrij van het egoïsme dat de deuren naar gemeenschap met hun broeders sluit en hen verhindert te groeien in broederschap en waarheid.

Als we van elkaar houden, gebeurt het alsof de twee elektrische polen elkaar raken en het licht aangaat, waardoor de omgeving om ons heen wordt verlicht. Zo vervult wederzijdse liefde ons.

Chiara Lubich vertelt ons dat getuigen zijn van deze liefde «de grote revolutie die we vandaag de dag in extreme spanning aan de moderne wereld moeten aanbieden».

Hoe je dat doet? Hoe ervaar je deze overtreffende trap liefde? Chiara leert van erkende modellen om dit in de praktijk te brengen en nodigt ons in het bijzonder uit om onze broeders en zusters te dienen, vooral degenen die ons na staan, beginnend bij de kleine dingen, bij de meest bescheiden diensten. We zullen ernaar streven om eerst van hen te houden, ons van onszelf los te maken en alle wisselvalligheden en moeilijkheden, klein of groot, te omarmen die dit allemaal met zich mee kan brengen.

Zo komen ook wij spoedig tot die ervaring van liefde, tot die volheid van licht, vrede en innerlijke vreugde, die ons als mens verwezenlijkt.

Een jonge vrouw genaamd Santa bezoekt vaak een bejaardentehuis. Op een dag ontmoet ze samen met Roberta Aldo, een lange, beschaafde en rijke man. Aldo kijkt de twee jonge vrouwen met een donkere blik aan: “Maar waarom kom je hier? Wat wil je van ons? Laten we in vrede sterven!” De Kerstman verliest de moed niet en zegt tegen hem: "We zijn hier voor haar, om een ​​paar uurtjes samen door te brengen, elkaar te leren kennen, vrienden te worden". Andere keren komen ze terug.

Roberta zegt: “Die man was bijzonder teruggetrokken, erg neerslachtig. Hij geloofde niet meer in de liefde. De Kerstman was de enige die erin slaagde zijn hart binnen te dringen, heel subtiel, en urenlang naar hem luisterde. Ze bad intiem voor hem, had hem sterk in haar gedachten en hart en gaf hem eens een voorwerp waar ze heel veel van hield en dat hij accepteerde. De kerstman leert dan dat Aldo is overleden door haar een naam te geven.

De pijn van zijn dood wordt verzacht door het feit dat hij vredig stierf, terwijl hij het geschenk in zijn handen hield dat ze haar had gegeven.